De huismus: een trouwe minnaar
- mussenindamme
- 14 feb 2015
- 2 minuten om te lezen
Vanaf februari kan je het baltsen bij de mussen opmerken.
Vooraleer het mannetje nog maar aan paren of baltsen kan denken, moet hij zorgen dat zijn toekomstige een deftige woning heeft om in te trekken. Woningen die gemakkelijk toegankelijk zijn (zoals de onderste rij dakpannen, richels van gebouwen, ...) zijn favoriet bij de vrouwtjes, want tenslotte zullen zij het nest bewonen.
Het mannetje laat zijn vleugels hangen en richt zijn staart heel hoog op, bijna loodrecht naar boven. Terwijl hij luid tjilpt nadert hij in die houding het wijfje. Als het wijfje niet bereid is tot paren, neemt ze een dreighouding aan, tjilpt even luid terug en pikt naar het mannetje. Andere mannetjes in de buurt horen dit kabaal, weten dat de potentiële minnaar wordt afgewezen en komen ook hun kans wagen. Zo kan het gebeuren dat er wel een tiental mannetjes staan te baltsen rond dat ene wijfje. Deze ziet al die hoog opgerichte staarten niet erg meer zitten en gaat er als de bliksem vandoor.
Vindt het wijfje dat het baltsende mannetje haar wel aanstaat, dan inspecteert ze de aangeboden nestruimte en als die haar bevalt geeft ze zich over aan de paringsdrift van manlief. Op dat ogenblik begint een duurzaam huwelijk, want paartjes blijven elkaar levenslang trouw. Alleen als de partner wegvalt (door de kat of door een auto bijvoorbeeld) wordt de open plaats direct ingenomen door een ander exemplaar.
Binnen het huwelijk gaat het er wel nogal hevig aan toe, want ze paren voortdurend en op alle plaatsen, soms wel tien keer na elkaar.
In het huwelijksleven draagt het vrouwtje de broek: zij heeft het voor het zeggen en wanneer manlief zijn echtelijke plichten heeft vervuld mag hij buiten gaan slapen.
Het vrouwtje slaapt op het nest in afwachting van de eieren en de jongen.
Afhankelijk van het voedselaanbod worden kort na elkaar jaarlijks, van midden april tot begin augustus, 2 tot 4 legsels van 4 tot 6 eieren grootgebracht. Zij variëren in kleur van wit tot grijsachtig wit met spikkels die dan weer variëren van roodbruin tot grijsbruin. Zowel papa als mama broeden om beurt gedurende een 14-tal dagen. De jongen verlaten het nest na ongeveer 15 tot 17 dagen.
Reeds in de Middeleeuwen merkte men de grote geslachtsdrift van mussen op. Het eten van mussen stond dan ook alom bekend als een afrodisiacum, een pepmiddel om het liefdesleven te stimuleren.

Comments